‘Talk-the-Talk’ & ‘Walk-the-Walk’
Het is een donkere novemberavond. IJzige regen zwiept in vlagen tegen mijn gezicht. Wie gaat er met dit weer de straat op? In stilte hoop ik dat we deze keer binnen blijven en samen gaan praten over Evangelisatie. Vanavond lijkt mij dat beter dan zelf de straat op te moeten. Ik zet mijn fiets tegen de muur. Het warm schijnsel van de gloeilampen verlicht de ramen. Ik ben gearriveerd bij de verzamelplaats van het Evangelisatieteam: koffiebar Sozo.
Binnen zit een klein groepje mensen aan de koffie, elke week weer vergezeld van een keur aan caloriebommen. Deze week zijn er de smaken reuzenmergpijp en bakkersspeculaas. Van beiden neem ik een halve: kiezen valt mij nog steeds moeilijk.
In gedachten zie ik hoe ik met een man met een buitenlands voorkomen in gesprek kom. Het beeld kwam mij zomaar in gedachten en nu weet ik dat ik wel de straat op wil om die man te ontmoeten. Mijn motivatie om de straat op te gaan steeg in seconden van 0 naar 100%. Buiten is de regen gestopt. Het is nog wel koud. Ons passeren in hun jas gedoken passanten.
…
‘Ben jij een Nederlander?’ vraag ik aan een jongen van een jaar of vijfentwintig. Met zijn halve donkere baard zou hij in Albanië of Servië beslist niet opvallen.
‘Ja’ hij kijkt naar zijn kameraad die een stuk meer Hollands Glorie uitstraalt dan hijzelf.
‘Nou als je zou zeggen dat je van de Oekraïense maffia bent, zou ik het geloven.’ Bedoeld om het ijs te breken, schrik ik een beetje van hoe verkeerd zo’n opmerking over kan komen. De jongens pakken het gelukkig sportief op
Dan richt ik mij tot de beide jonge mannen: ‘Mag ik jullie wat vragen?’
‘Ja natuurlijk.’ Antwoordt de blonde.
‘Zijn jullie gelukkig?’
‘Het kan altijd beter. Je probeert er wat van te maken.’
‘Wat zou er beter kunnen?’
‘Ja, als iemand mij zou aanbieden om het allemaal over te doen, dan zou ik dat niet doen. Voor mij hoeft het niet nog een keer’
‘Daar zeg je nogal wat. Wij lopen elke week op straat om met jongeren als jullie in gesprek te komen over dingen die ertoe doen. Ik ben Jaco, Dit is Chris. Wij zijn christen en we komen hier in de Pinkstergemeente.’
De blonde jongeman heet Danny. Zijn kameraad Simon blijft op afstand.
‘Danny, wat had er anders moeten gaan in je leven?’
Nou, er zijn wel veel dingen die je niet kunt veranderen en die gewoon maar gebeuren. Het leven vraagt je geen toestemming om er een puinzooi van te maken. Voor mij hoeft het niet zo nodig meer.’
‘Dat klinkt echt ernstig Danny. Dat klinkt of je de rit nu uitzit… maar je bent pas 26. Je bent nog een jongeman!’ zeg ik hem met zorg. ‘Ik zou zo met je van leeftijd willen ruilen…’
‘Danny, ik wil je graag iets zeggen. Niet omdat ik dat wil, maar omdat het noodzakelijk is dat iemand dit in elk geval een keer tegen je gezegd heeft… God kent jou. Hij kende je zelfs al voordat je ouders je leerden kennen. De Bijbel, Zijn Woord, zegt dat Hij ons in de buik van onze moeder vormde. Het maakt niet zoveel uit of jij dat erkend of niet. God kent jou… Hij weet wat je nodig hebt en wil je tegemoet komen.’
‘Hmmm ja, maar dan ga ik weer hopen dat het goed komt en dan valt het toch weer tegen. Dat is geen verwijt, maar zo gaat dat nu eenmaal.’ Antwoord Danny.
‘Misschien ging dat tot nu toe zo Danny, maar God kan ons leven omkeren en ons een nieuwe toekomst bieden. Als Hij dat niet kan, dan is Hij God niet… Hij kan dat.’
Danny: ‘Ik ben opgevoed met het idee dat je het zelf moet doen… Dat probeer ik naar beste kunnen.’
‘Jij mag beslissen of je het alleen wilt doen, maar ik zeg je dat dat niet hoeft. Je hoeft het niet alleen te doen.’
Dan richt ik mij weer tot de beide jongens.
‘Jongens, het is te koud om hier uren stil te staan. Elke zaterdagavond komen jongeren samen in het jeugdcentrum Sozo. Dat is bij de Tattoo winkel langs het kanaal. Ken je die? We praten graag daar weer met je verder’. Ik houdt een waaier van kaartjes met Bijbelteksten voor Danny met de tekst naar beneden. Danny pakt één van de kaartjes: Er staat op geschreven:
Het licht schijnt in de duisternis.
Johannes 1:5:
‘Ik zou dat briefje goed bewaren Danny. Dat briefje kan het begin zijn van iets heel nieuws en moois in jou leven’
Danny reageert wat overdonderd: ‘Waarom, wat is dit voor tekst?’
‘Het is een briefje van God voor jou. Dit is een tekst die komt uit de Bijbel en Hij is speciaal voor jou. Daarom gaven we de kaartje omgedraaid aan. Zodat wij niet konden kiezen wat voor kaartje jij zou krijgen. Wij noemen dat de ‘God-factor’. Op deze manier krijgt God de kans Zelf iets tegen jou te zeggen. Goed bewaren dat kaartje dus.’